Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [22]Daarom zult [23]gij niemand hebben, die het snoer werpe [24]in het lot, in de gemeente des HEEREN. 22. Om de voorgemelde zonden, of omdat uw land al aan vreemden is overgegeven, zodat gij daarvan verstoken zijt, en geen Jozua u weer opnieuw het land bij loting zal uitdelen. Sommigen duiden het geestelijk op de verwerping uit Gods kerk, welker gemeenschap, door de uitdeling van het land Kanaan, bij loting en door snoeren was afgedeeld. 23. Aanspraak aan een ieder in het bijzonder van die goddeloze geweldenaars, wie het wee is aangezegd, vs.1. 24. Of, door het lot; dat is, die het lot werpt over uw deel; want daar zal niets voor u onder Gods volk ten beste zijn, geen plaats noch deel.